Op 3 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. I.M. van den Heuvel, en de Dienst Toeslagen. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaarschriften van 13 december 2022, ondanks eerdere uitspraken van de rechtbank die de Dienst Toeslagen een termijn hadden opgelegd om te beslissen. De rechtbank oordeelde dat het beroep ontvankelijk en kennelijk gegrond was, en dat de Dienst Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moest nemen. Tevens werd er een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd, met een maximum van € 37.500,-, voor elke dag dat de Dienst Toeslagen in gebreke bleef. Eiser kreeg ook een vergoeding voor griffierecht en proceskosten, die in totaal € 453,50 bedroegen. De rechtbank benadrukte dat de dwangsom pas stopt met lopen als op alle bezwaarschriften van eiser is beslist. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.