ECLI:NL:RBZWB:2025:7867
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de beslissing op bezwaar inzake de last onder dwangsom voor recreatieve verhuur van een woning
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2025, wordt het beroep van eisers tegen de beslissing op bezwaar van 9 december 2024 beoordeeld. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere had een last onder dwangsom opgelegd vanwege de recreatieve verhuur van een woning, wat volgens het college in strijd was met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek vertoont, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand. Dit betekent dat hoewel het beroep gegrond is, eisers inhoudelijk geen gelijk krijgen. De rechtbank legt uit dat de woning in het verleden recreatief is verhuurd, maar dat de huidige bestemming 'Wonen' dit gebruik niet toestaat. De rechtbank verwijst naar de relevante wetgeving, waaronder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bestemmingsplan, en concludeert dat de last onder dwangsom terecht is opgelegd. De rechtbank bepaalt dat het college het griffierecht aan eisers moet vergoeden en dat eisers recht hebben op een vergoeding voor hun proceskosten.