Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 januari 2019 op het hoger beroep van:
1. Maatschap [naam 1] en [naam 2] ,
2. [naam 1] ,
3. [naam 3] ,
4. [naam 2] ,
en
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit(voorheen de staatssecretaris van Economische Zaken; hierna de minister of de staatssecretaris),
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Beslissing
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover het de hoogte van de boetes betreft;
- bevestigt voornoemde uitspraak voor het overige;
- stelt de hoogte van de aan appellanten opgelegde boetes vast op € 39.374,55;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde gedeelten van de besluiten van 28 november 2013 en 6 februari 2015;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 508,- aan appellanten te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de in verband met de behandeling van het hoger beroep gemaakte proceskosten van appellanten tot een bedrag van € 1.024,-.