ECLI:NL:CBB:2025:332
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de minister van Economische Zaken en een onderneming die een subsidie had aangevraagd op basis van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2021. De minister had de subsidieaanvraag afgewezen, omdat de onderneming niet voldeed aan de voorwaarden van de regeling. De onderneming heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij stelde dat de minister de referentieperiode onjuist had vastgesteld en dat zij recht had op de subsidie. Het College oordeelde dat de minister niet aannemelijk had gemaakt dat het bestreden besluit tijdig was bekendgemaakt, waardoor de beroepstermijn niet correct was gestart. Het College heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, met de opdracht aan de minister om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij een andere referentieperiode moet worden gehanteerd. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.