ECLI:NL:CRVB:2018:1065
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen wegens niet-gemelde handelsactiviteiten op Marktplaats
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen van appellanten besproken. Appellant ontving sinds 1 juni 2010 een inkomensvoorziening op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ) en later bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). In maart 2014 startte de gemeente Smallingerland een onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening, naar aanleiding van advertenties op Marktplaats.nl. Appellant had in de periode van 2010 tot 2014 een aanzienlijk aantal advertenties geplaatst, wat leidde tot de conclusie dat hij op geld waardeerbare werkzaamheden had verricht zonder dit te melden. Het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland trok de bijstandsuitkeringen in en vorderde eerder verstrekte bedragen terug. De rechtbank verklaarde het beroep tegen de intrekking ongegrond, maar vernietigde de boete die aan appellanten was opgelegd. In hoger beroep hebben appellanten de aangevallen uitspraak bestreden. De Raad oordeelt dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering over een bepaalde periode niet kan standhouden, maar dat het college wel verplicht was om de bijstand in te trekken over een andere periode. De Raad draagt het college op om het besluit te herstellen en de terugvorderingen opnieuw te berekenen. De boete moet individueel worden vastgesteld, rekening houdend met de draagkracht van appellanten.