Uitspraak
17.314 PW
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering van appellant, die sinds 11 februari 2008 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). Naar aanleiding van verzuimnotities van de taalaanbieder van appellant heeft de gemeente Amsterdam een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstand. Appellant heeft verklaard dat hij sinds 1 maart 2015 elke maand geld leent, maar geen administratie of boekhouding bijhoudt van deze leningen. Dit leidde tot een opschorting van zijn bijstandsrecht per 6 januari 2016, omdat hij de gevraagde gegevens niet volledig had verstrekt. Vervolgens heeft het college de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken per 1 maart 2015, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant zich tegen deze uitspraak gekeerd, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college terecht de bijstand heeft ingetrokken. De Raad stelt vast dat appellant onvoldoende inzicht heeft gegeven in de ontvangen leningen en dat hij niet onverwijld melding heeft gemaakt van deze bedragen bij het college. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of appellant recht had op bijstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar hebben uitgesproken op 21 augustus 2018.