ECLI:NL:CRVB:2019:2678
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing Wajong-aanvraag wegens onvoldoende medische gegevens en bewijsrisico
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, geboren in 1983, had een Wajong-aanvraag ingediend, maar deze was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) afgewezen op basis van onvoldoende gegevens om haar belastbaarheid op haar 18e verjaardag vast te stellen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep terecht concludeerde dat er onvoldoende medische gegevens waren om te beoordelen of appellante jonggehandicapt was op haar 18e verjaardag. Appellante had in hoger beroep geen nieuwe medische stukken ingediend die een ander oordeel konden rechtvaardigen. De rechtbank wees erop dat het bewijsrisico bij een laattijdige aanvraag bij de aanvrager ligt, en dat appellante in het verleden had gewerkt, wat niet automatisch betekent dat zij geschikt was voor werk.
In hoger beroep voerde appellante aan dat het bewijsrisico niet bij haar lag, omdat zij door haar klantmanager niet eerder was geadviseerd om een Wajong-aanvraag in te dienen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde echter dat de rechtbank op juiste gronden had geoordeeld dat het Uwv de aanvraag terecht had afgewezen. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de eerdere conclusies van de verzekeringsarts en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.