Uitspraak
20.4328 WIA, 20/4372 WIA
12 november 2020, 19/6305 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
niet-ontvankelijk is in haar hoger beroep (vergelijk de uitspraak van de Raad van 24 februari 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:516).
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van betrokkene tegen de beslissing van het Uwv om zijn loongerelateerde WGA-uitkering om te zetten in een WGA-loonaanvullingsuitkering. Betrokkene, die als IT-specialist werkzaam was, meldde zich ziek in 2014 en ontving vanaf 2016 een WGA-uitkering. Na zijn ziekmelding hervatte hij aangepast werk, maar het Uwv concludeerde dat zijn arbeidsongeschiktheid 74,56% was. De rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van betrokkene ongegrond, waarop hij in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de door betrokkene verrichte werkzaamheden passend waren en dat zijn verdiensten representatief waren voor zijn resterende verdiencapaciteit. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van werkgeefster niet-ontvankelijk, omdat zij geen beroep had ingesteld tegen het bestreden besluit. De Raad oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de duurzaamheid van de arbeidsverrichting van betrokkene en dat de stelling van betrokkene dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, niet werd gevolgd. De uitspraak werd gedaan op 8 september 2022.