ECLI:NL:CRVB:2023:2266
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schorsing van een militair in het belang van de dienst na incident
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellante, een militair, was op 8 februari 2022 door de commandant van de Koninklijke Militaire School geschorst in het belang van de dienst, naar aanleiding van een incident waarbij zij zonder toestemming het trainingscentrum had verlaten. De commandant handhaafde de schorsing na bezwaar van appellante, wat leidde tot een beroep bij de rechtbank. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna appellante hoger beroep instelde. Tijdens de zitting op 19 oktober 2023 was appellante aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, en de commandant werd vertegenwoordigd door twee advocaten. De Raad oordeelde dat de schorsing gerechtvaardigd was en dat er geen sprake was van een onevenredige belangenafweging. De Raad benadrukte dat de commandant voldoende had gemotiveerd waarom schorsing noodzakelijk was, gezien de gedragingen van appellante en de mogelijke gevolgen voor de dienst. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, wat betekent dat de schorsing in stand blijft. Appellante kreeg geen proceskostenvergoeding en het griffierecht werd niet teruggegeven.