Uitspraak
21 1623 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
4.6. Appellant heeft op zich gelijk waar hij heeft gesteld dat volgens vaste rechtspraak (zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 september 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1713) geldt dat niet de (precieze) diagnose leidend is, maar dat de medisch objectiveerbare beperkingen van belang zijn voor een juiste beoordeling van de medische belastbaarheid. In het geval van appellant is voor de beoordeling van de duurzaamheid juist wel de diagnose van belang om allereerst het ziektebeeld en de mogelijkheden van behandeling daarvoor te kunnen vaststellen om op basis daarvan een inschatting van de kans op herstel te kunnen maken. Bovendien volgt uit de medische informatie van Altrecht uit 2020 dat rond de datum in geding een psychologisch onderzoek was gestart. Appellant heeft op 26 mei 2020, 9 juni 2020, 16 juni 2020, 25 juni 2020 en 30 juli 2020 verschillende onderzoeken ondergaan in verband met diagnostiek naar ASS. Daarnaast was ten tijde van belang schizofrenie nog niet uit te sluiten, waarvoor nader (persoonlijkheids)onderzoek nodig was. Nu diagnostisch onderzoek rond de datum in geding nog gaande was en appellant op de datum in geding een medicamenteuze behandeling onderging, kan niet worden vastgesteld dat er op dat moment (on)voldoende behandelmogelijkheden waren die tot verbetering van zijn belastbaarheid zouden kunnen leiden. Gelet hierop ziet de Raad geen aanknopingspunten om aan te nemen dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep is uitgegaan van een onjuist medisch oordeel. Omdat de Raad geen twijfel heeft over de juistheid van de medische beoordeling, is er geen reden om een onafhankelijk deskundige in te schakelen.