ECLI:NL:CRVB:2023:562
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand in verband met kasstortingen op de bankrekening van appellante
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 15 augustus 2012 bijstand ontvangt. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 maart 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft contante stortingen op de bankrekening van appellante, die door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam als inkomen zijn aangemerkt. Appellante betoogde dat deze stortingen leningen waren van haar moeder en zus, maar de Raad oordeelde dat kasstortingen in beginsel als inkomen moeten worden beschouwd. De Raad bevestigde dat appellante haar wettelijke inlichtingenverplichting heeft geschonden door geen melding te maken van de stortingen. Het college heeft de bijstand over de relevante periode herzien en de gemaakte kosten teruggevorderd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.