Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
mr. L.M.E.M. Level.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering door het Uwv. Appellante, die als gespecialiseerd thuisbegeleidster werkte, had een loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen, maar het Uwv beëindigde deze per 23 februari 2022, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij meer medische beperkingen had dan het Uwv had aangenomen. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende en inzichtelijk had gemotiveerd dat de functies die aan appellante waren toegewezen passend waren. De rechtbank Limburg had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat de medische en arbeidskundige beoordelingen zorgvuldig waren uitgevoerd en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van het Uwv. Appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten, omdat het hoger beroep niet slaagde.