Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst de verzoeken om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de hoger beroepen van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag, waarin de rechtbank de besluiten van de Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft bevestigd. Appellant ontving vanaf juli 2009 een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO), maar heeft een schuld aan de Svb door de intrekking van zijn AIO en de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen. De Svb heeft de AIO van appellant ingetrokken omdat hij niet heeft gemeld dat hij eigenaar was van een perceel in Paramaribo, wat leidde tot een overschrijding van de vermogensgrens. De Svb heeft vervolgens een aflossingscapaciteit vastgesteld en maandelijks een bedrag van € 41,50 verrekend met de AIO en/of het AOW-pensioen van appellant. Appellant heeft een verzoek om herziening ingediend, maar de Svb heeft dit verzoek afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de bestreden besluiten in stand gelaten. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraken en wijst de verzoeken om schadevergoeding af, omdat er geen onrechtmatige besluiten zijn genomen en de redelijke termijn niet is overschreden.