Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
.Bij besluit van 10 oktober 2019 heeft het Uwv de WW-uitkering van betrokkene met ingang van 1 augustus 2019 beëindigd, omdat het Uwv het formulier ‘inkomstenopgave’ niet heeft ontvangen. Uit de betaalspecificatie van 15 oktober 2019 volgt dat het Uwv betrokkene nog een bedrag van € 351,10 (bruto) aan vakantiegeld (vakantiebijslag) heeft betaald.
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 17 oktober 2024 gegrond en vernietigt dit besluit;
- herroept het besluit van 10 augustus 2022 voor zover het dagloon is vastgesteld op € 26,28;
- stelt het dagloon op 26 oktober 2022 vast op een bedrag van € 64,60 en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 17 oktober 2024;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van € 2.267,50;
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van € 548,- wordt geheven.