ECLI:NL:CRVB:2025:669
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van procesbelang in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 april 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de vaststelling van zijn arbeidsongeschiktheid per 20 juli 2022. De Raad heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang meer was. Appellant ontvangt per 4 juni 2024 een WGA-loonaanvullingsuitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. De Raad oordeelde dat de beoordeling van de eerdere restverdiencapaciteit geen betekenis meer had, aangezien appellant inmiddels als volledig arbeidsongeschikt was aangemerkt. De Raad heeft vastgesteld dat appellant met het hoger beroep niet kon bereiken dat zijn uitkering hoger zou worden, en dat er geen procesbelang was bij de beoordeling van zijn beperkingen op de datum in geding. De uitspraak van de rechtbank Overijssel van 20 juni 2024, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaarde, bleef daarmee in stand. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van griffierecht.