ECLI:NL:CRVB:2025:735
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van de eerste ziektedag van een werknemer en de rol van de eigenrisicodrager in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van de eerste ziektedag van een werknemer. De werknemer, in dienst bij appellante, meldde zich ziek op 5 maart 2015, terwijl hij op 2 maart 2015 betrokken was bij een verkeersongeluk. Appellante, als eigenrisicodrager voor de Ziektewet (ZW), betwistte de vaststelling van de eerste ziektedag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en stelde dat deze op 2 maart 2015 had moeten zijn. De Raad oordeelde dat appellante niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op een andere datum lag dan door het Uwv was vastgesteld. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die het verzoek van appellante om de ZW-uitkering te herzien had afgewezen. De Raad concludeerde dat de eigenrisicodrager de bewijslast draagt en dat appellante niet had aangetoond dat de eerste ziektedag anders was dan 5 maart 2015. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de eigenrisicodrager en de noodzaak om bewijs te leveren bij betwisting van de vastgestelde ziektedag.