ECLI:NL:CRVB:2025:745
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van ZW-uitkering en opleggen van boete wegens schending inlichtingenverplichting met betrekking tot inkomsten uit hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die een Ziektewet (ZW) uitkering ontving, had inkomsten uit een hennepkwekerij niet gemeld, wat leidde tot een terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv had een bedrag van € 5.126,77 teruggevorderd en een boete van € 92,- opgelegd wegens schending van de inlichtingenverplichting. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht de inkomsten uit hennepteelt in mindering had gebracht op de ZW-uitkering en dat de opgelegde boete gerechtvaardigd was. De Raad verlaagde de boete met 10% vanwege overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak, met uitzondering van de hoogte van de boete, die werd aangepast. De Raad oordeelde dat er geen dringende redenen waren om van herziening en terugvordering af te zien, en dat de appellant niet had aangetoond dat hij geen aandeel had in de hennepkwekerij. De Raad heeft ook een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn, waarbij het Uwv en de Staat ieder voor de helft aansprakelijk werden gesteld voor de proceskosten.