Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.2. Feiten
3.3. Geding na cassatie
4.Geschil
5.5. Beoordeling van het geschil
Het hof Den Haag is aan de bespreking van dit geschilpunt niet toegekomen. Na verwijzing zal het Hof ook deze stelling beoordelen.
(…)
De feiten en omstandigheden op grond waarvan wij deze vergrijpboete opleggen zijn de volgende:
Hof: € 80.000 plus € 8.712).”
blijkens de jurisprudentieniet gedeeld door de collega’s van de belastingkamer en de strafrechtcollega’s. Ik bestrijd deze opvatting uiteraard ook.”
in het geheelgeen sprake was van voor belang-hebbende door [A]/[B bv] verrichte werkzaamheden en (derhalve) is evenmin komen vast te staan dat geen sprake was van voor belanghebbende
in beginselzakelijke kosten. De enkele omstandigheid immers, dat belanghebbende niet erin is geslaagd aannemelijk te maken dat sprake was van een tegenprestatie en dat – tot het in aftrek geclaimde bedrag – sprake was van zakelijke kosten, houdt nog niet – automatisch – in dat daarmee door de inspecteur bewezen is of moet worden geacht dat de kosten niet zakelijk waren en dat belanghebbende van het niettemin in aftrek brengen van die kosten een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
6.Kosten
7.Beslissing
boetebeschikking;
proceskostenvergoeding.