4.4Wanneer [Y] als houder van alle aandelen A in het kapitaal van de BV overeenkomstig artikel 22 van de statuten in de algemene vergadering van aandeelhouders een voorstel in stemming brengt om een commissaris A te schorsen of te ontslaan, zal [Stichting A] haar stem uitbrengen voor het voorstel van [Y] .
Wanneer [Stichting A] als houder van alle aandelen B in het kapitaal van de BV overeenkomstig artikel 22 van de statuten in de algemene vergadering van aandeelhouders voorstel in stemming brengt om een commissaris B te schorsen of te ontslaan, zal [Y] haar stem uitbrengen voor het voorstel van [Stichting A] .
Als in de vergadering van de Raad van Commissarissen van de BV of de algemene vergadering van aandeelhouders van de BV geen besluit kan worden genomen zijn de partijen er toe gehouden zich in te spannen om binnen een periode van twee weken nadat een der partijen de andere partij schriftelijk heeft laten weten van mening te zijn dat er sprake is van een “Patstelling” tot overeenstemming te geraken.
Als het binnen genoemde periode van twee weken niet mogelijk is gebleken om tot overeenstemming te geraken, heeft ieder der partijen het recht de zaak schriftelijk voor te leggen aan een lid van de Raad van Bestuur van [Stichting A] en een lid van het directieteam van [Y] Nederland . Deze zullen zich inspannen om binnen een periode van 30 dagen nadat de zaak aan hen werd voorgelegd te goeder trouw tot een oplossing van het gerezen geschil te komen, welke oplossing alsdan bindend zal zijn voor de partijen. Indien de genoemde personen daartoe niet in staat zijn, zal het geschil worden voorgelegd aan een onafhankelijke deskundige die door de 3 commissarissen gezamenlijk wordt benoemd. De onafhankelijke deskundige mag geen relatie hebben met een van de partijen. Indien de commissarissen er niet binnen 14 dagen in zijn geslaagd om gezamenlijk een onafhankelijke deskundige aan te wijzen, dan hebben partijen het recht om de voorzitter van de Kamer van Koophandel in de regio Alkmaar te verzoeken een onafhankelijke deskundige aan te wijzen, die in de vorm van een bindend advies over het geschil dient te oordelen, inclusief de vraag wie van de partijen de met het geschil gepaard gaande kosten voor zijn rekening dient te nemen. De onafhankelijke deskundige mag geen relatie hebben met een van de partijen.
Art. 6 Blokkeringsregeling
Overdracht van een Deelneming of een gedeelte daarvan is, slechts mogelijk onder overeenkomstige toepassing van de blokkeringsregeling die is opgenomen in de statuten van de BV en voorts niet zonder gelijktijdige overdracht van de rechten en verplichtingen onder deze Overeenkomst.
De overdracht van een Deelneming of een gedeelte daarvan aan een groepsmaatschappij dan wel een rechtspersoon die onderdeel uitmaakt van [Y] is vrij, mits gepaard gaande met een gelijktijdige overdracht van de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst. De andere partij is gehouden haar medewerking te verlenen aan een zodanige overdracht. De overdracht van een deelneming aan een groepsmaatschappij dan wel een rechtspersoon die onderdeel uitmaakt van [Y] laat de verplichtingen van de overdrager onder deze Overeenkomst onverlet, tenzij Partijen unaniem schriftelijk anders overeenkomen.
Art. 14 Samenloop van diverse overeenkomsten
14. 1 In het geval van enige tegenstrijdigheid tussen de bepalingen van deze Overeenkomst en de statuten van de BV gaan tussen partijen de bepalingen van deze overeenkomst voor.”
7. Op 15 april 2008 hebben [Y] Hospital en eiseres de “Managementovereenkomst” gesloten. [Y] Hospital wordt in deze overeenkomst aangeduid als Management BV en eiseres als de Vennootschap. In deze managementovereenkomst is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:
‘1. Management B.V . is met ingang van 21 april 2008 voor onbepaalde tijd belast met het bestuur van de Vennootschap, met alle rechten en verplichtingen welke een bestuurder van de vennootschap heeft uit hoofde van de wet en de statuten der Vennootschap.
2. In afwijking van het sub a kan de Vennootschap de onderhavige overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen in de navolgende gevallen:
(…)
Indien de Joint Venture overeenkomst tussen [Stichting A] en [Y] Hospital Services eindigt, danwel indien de [Stichting A] in het kader van de Joint Venture Overeenkomst geen opdrachten meer verstrekt aan [X] B.V.
3. Voor het uitvoeren van de onder 1 genoemde werkzaamheden heeft Management B.V . aanspraak op de volgende managementfees:
Een percentage ter grootte van 5% van de bruto omzet van de Vennootschap over het jaar waarop de managementfee betrekking heeft
Een bedrag betrekking hebbend op overheadkosten gelijk aan 7,5% van de bruto omzet van de Vennootschap over het jaar waarop de vergoeding betrekking heeft;
De hiervoor benoemde managementfees zijn deelbaar. Bij tussentijdse beëindiging van de onderhavige overeenkomst zijn de managementfees naar evenredigheid van de tijd verschuldigd over het dan lopende jaar.
5. Management B.V . dient ten behoeve van de goede bedrijfsvoering van de Vennootschap zorg te dragen voor het ter beschikking stellen van (een) functionaris(en).
8. Management B.V . zal de functie van directeur van de Vennootschap uitoefenen en naar beste vermogen en met inachtneming van het bepaalde in de wet, de statuten van de Vennootschap en de besluiten en richtlijnen van de bevoegde organen van de Vennootschap. Omtrent het ter beschikking stellen van functionarissen zullen partijen vooraf overleg plegen.
13. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur en kan door ieder der partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van 6 kalendermaanden.”
In de onderhavige periode zijn de vergoedingen als benoemd in artikel 3 van de managementovereenkomst door eiseres aan [Y] Hospital Services betaald.
8. Tot de stukken behoort een door eiseres opgesteld overzicht van vier aangestelde personen die werkzaam zijn voor eiseres, een projectmanager/facilitair manager, een facilitair coördinator, een BUM (Business Unit Manager) en een manager operations (MO). Tot 2012 waren al deze personen in dienst bij [Y] . [naam 7] verrichtte volgens dit overzicht de eerstgenoemde functie van april tot juli 2012. Op 1 juli 2012 is een arbeidsovereenkomst gesloten tussen [naam 7] en eiseres voor het vervullen van die functie. In deze overeenkomst is opgenomen dat [naam 7] rapporteert aan [naam 8] , operationeel directeur van eiseres. Laatstgenoemde is in dienst bij [Y] . Op 17 september 2012 is een arbeidsovereenkomst gesloten tussen [naam 9] en eiseres voor de functie van facility coördinator bij eiseres. Zij rapporteert volgens die overeenkomst aan [naam 7] .
9. In 2010 heeft een complianceverkenning plaatsgevonden bij [Stichting A] en eiseres. Daarvan is een rapport met dagtekening 4 januari 2011 opgemaakt. In het rapport is opgenomen dat het doel van de complianceverkenning is om te beoordelen of er bij [Stichting A] voldoende randvoorwaarden aanwezig zijn om Horizontaal Toezicht te kunnen toepassen. In het verslag staat dat verweerder geen oordeel heeft gevormd over de aanvaardbaarheid van de fiscale aangiften en/of de administratie.
10. Op 4 oktober 2012 heeft eiseres [XX] B.V . ( [XX] ) opgericht. Eiseres houdt 100% van de aandelen in [XX] en is hiervan de enig bestuurder. Omdat binnen eiseres de CAO voor het schoonmaakbedrijf werd toegepast, zijn de niet-schoonmaakwerkzaamheden verplaatst naar [XX] . Tijdens een bespreking op 9 oktober 2013 met verweerder is mondeling verzocht om ook [XX] in de fiscale eenheid omzetbelasting op te nemen. Bij besluit van 6 februari 2014 is [XX] met ingang van 1 januari 2014 opgenomen in de fiscale eenheid. Verweerder heeft hierbij aangegeven dat als vanaf 4 oktober 2012 is gehandeld als fiscale eenheid daartegen geen bezwaar bestaat.
11. Eiseres heeft geen omzetbelasting in rekening gebracht op de facturen die zij voor de dienstverlening aan [Stichting A] heeft uitgereikt.
12. Bij brief van 17 december 2015 heeft verweerder het standpunt ingenomen dat geen sprake is geweest van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting. Naar aanleiding daarvan zijn met dagtekening 28 december 2015 (2010), 24 december 2016 (2011) en 26 oktober 2017 (2012) de in geschil zijnde naheffingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente opgelegd. Voor zover eiseres schoonmaakdiensten heeft verricht aan woningen is het verlaagde tarief toegepast van post b.20 van Tabel I behorende bij de Wet OB.
13. Op 27 juli 2016 heeft verweerder vragen gesteld aan eiseres, onder andere over het
bestuur van eiseres, [bestuurder 2] . Eiseres heeft hier als volgt op geantwoord:
“11. De invulling van de bestuursfunctie door [bestuurder 2] maakt formeel geen onderdeel uit van de arbe idsovereenkomst die hij heeft bij [Stichting A] . Bij zijn aanstelling als bestuurder is hem mondeling vrijwaring toegezegd voor schade die kan ontstaan door optreden en handelen als bestuurder van [X] BV. Deze toezegging is gedaan door de bestuurder van [Stichting A] . Deze mondelinge toezegging zal binnenkort via een vaststellingsovereenkomst schriftelijk worden vastgelegd.
11b Er bestaat geen leiding en toezicht vanuit Stichting [Stichting A] op de rol van de bestuurder van [X] BV. Anderzijds bestaat er een directe formele relatie tussen de bestuurder van [Stichting A] en [bestuurder 2] in zijn functie van manager economische en administratieve diensten bij [Stichting A] . Bovendien is de vaststellingsovereenkomst zoals aangegeven bij 11 onderdeel van zijn arbeidsrelatie met Stichting [Stichting A] .
Verder wordt een 403-verklaring opgesteld waarin [Stichting A] vrijwaring geeft aan [X] BV voor alle verplichtingen van [X] BV aan derden.”
De genoemde vaststellingsovereenkomst, met daarin opgenomen een vrijwaring van [bestuurder 2] met betrekking tot door derden in te stellen aanspraken die verband houden met of zien op een handelen of nalaten in de uitoefening van zijn functie als bestuurder van eiseres, is op 21 maart 2017 gesloten.
14. In een “Joint Venture Overeenkomst” met dagtekening 27 maart 2019 staat dat niet, althans niet volledig, uitvoering is gegeven aan de Managementovereenkomst, dat [Stichting A] steeds het feitelijke management heeft gevoerd en dat die Managementovereenkomst en de Joint Venture Overeenkomst uit 2007 worden beëindigd.”