Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
de naheffingsaanslag).
De invorderingsambtenaar heeft dit bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 24 april 2020 ongegrond verklaard.
2.2. Feiten
Aanleiding voor de naheffingsaanslag
voetnoot:Vanwege de geldende coronamaatregelen zijn de mogelijkheden om in het openbaar uitspraak te doen voor de rechtbank zeer beperkt. Om die reden geldt de datum waarop de uitspraak is verzonden als de datum waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan. Naar verwachting zal eiser op het moment waarop de onderhavige uitspraak (in zaak AMS 20/1782) wordt gedaan, de uitspraak in zaak AMS 19/6445 inmiddels al hebben ontvangen], het beroep niet-ontvankelijk verklaard vanwege het ontbreken van procesbelang.
Proceskostenvergoeding
3.Geschil in hoger beroep
4.Oordeel van de rechtbank
Beoordeling door de rechtbank
heeft] verklaard omdat niet is gebleken dat de kentekenhouder nog een procesbelang heeft bij de voortzetting van het beroep.
In artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) zijn samenhangende zaken als volgt gedefinieerd:
5.Beoordeling van het geschil
Hof: die het voertuig feitelijk had geparkeerd] geen naheffingsaanslag is opgelegd, zou zij strikt genomen niet uit eigen hoofde doch slechts namens de leasemaatschappij in bezwaar en beroep kunnen komen. Aldus zou echter voor dergelijke gevallen het recht op toegang tot de rechter onvoldoende zijn gewaarborgd voor degene die het voertuig feitelijk heeft geparkeerd en die naar aan te nemen valt door de leasemaatschappij ook aansprakelijk kan worden gesteld voor de door deze betaalde belasting. De wettelijke regeling, bij het ontwerpen waarvan de aandacht kennelijk vooral erop was gericht betaling van de naheffingsaanslag zeker te stellen, vertoont op dit punt een leemte, die met inachtneming van het stelsel van de wet dient te worden opgevuld. Daarom moet worden aangenomen dat in gevallen waarin de naheffingsaanslag is opgelegd aan een ander dan degene die feitelijk het voertuig heeft geparkeerd, ook deze laatste naast degene aan wie de aanslag is opgelegd - en, ingevolge artikel 225, lid 4, van de Gemeentewet, naast degene die de belasting heeft voldaan - het recht heeft tegen de naheffingsaanslag een bezwaarschrift in te dienen. (…).”
De rechtbank heeft immers (zie de vastlegging daarvan onder ‘procesverloop’ in de uitspraak van de rechtbank) het beroep inzake de in rekening gebrachte aanmaningskosten gevoegd met het beroep wegens niet tijdig beslissen. Aangezien het beroep wegens niet-tijdig beslissen terecht niet-ontvankelijk is verklaard en het Hof van oordeel is dat met betrekking tot dit beroep geen aanleiding bestaat voor vergoeding van proceskosten, is het Hof van oordeel dat belanghebbende ter zake van het gegronde beroep inzake de aanmaningskosten de hem toekomende vergoeding van proceskosten (en van het betaalde griffierecht) reeds door de rechtbank toegekend heeft gekregen. Het Hof ziet geen aanleiding te oordelen dat aan belanghebbende een hogere proceskostenvergoeding dient te worden toegekend. Het Hof verstaat de beslissing van de rechtbank daarom in die zin dat het beroep voor zover het betrekking heeft op de in rekening gebrachte aanmaningskosten gegrond is, hetgeen de reeds door de rechtbank toegekende vergoedingen van proceskosten en griffierecht tot gevolg heeft. Het Hof zal het de beslissing van de rechtbank – aldus verstaan – ook op dit punt bevestigen.
6.Kosten
7.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- wijst het verzoek van belanghebbende tot vergoeding van immateriële schade af, en
- verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vordering tot schadevergoeding wegens onrechtmatige daad.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
Wie niet verplicht is om digitaal te procederen, kan op vrijwillige basis digitaal procederen. Hieronder leest u hoe een cassatieberoepschrift wordt ingediend.
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
Een professionele gemachtigde moet altijd digitaal procederen, ongeacht voor wie de gemachtigde optreedt. Degene die op papier mag procederen en dat ook wil, kan het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.