Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
SGR 19/3299 van de rechtbank Den Haag (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 8.330 betrekking op de correctie voorbelasting.
- De administratie en aangiften zijn niet door onze client verzorgd maar door een kennis. [X] ging er vanuit dat deze kennis de zaken op een juiste wijze zou afwikkelen;
- Ten onrechte stelt u dat geen back-up is gemaakt, alleen is helaas deze externe harde schijf gestolen.
- De auto [kenteken] is nooit in het bezit geweest van onze cliënt, deze heeft slechts een dag op zijn naam gestaan omdat hij deze voor een bevriende relatie heeft opgehaald. Het betrof hierbij een import auto welke ook niet op factuur en invoernaam staat van [X] , maar van een kennis.
- De Suzuki […] is geen auto maar een Quad, deze had hij voor zijn verjaardag gehad maar na enkele weken verkocht daar [X] een privé auto moest hebben, buiten zijn bédrijfswagen om. ' Een Quad is niet praktisch i.v.m. de gezinssamenstelling.
- De Mini was een auto van zijn vrouw. Toen deze auto mankementen begon te vertonen en er geen geld was om de auto te repareren heeft zij besloten de auto te verkopen.
- De andere auto's zijn door [X] privé gereden. Zij hebben weliswaar een hoge cataloguswaarde maar deze auto's zijn allemaal veel goedkoper via marktplaats aangeschaft en verkocht. De dagwaarde en technische waarde ligt vele malen lager. Daarnaast had [X] pas een andere vervangende wagen, op het moment als een andere werd verkocht.
- Ook zijn deze auto's vervangen zodra ze mankementen vertoonden. Hetgeen ook blijkt uit de aanschaf en verkoopdata.
3.Het verwijzingsarrest
4.Geschil in hoger beroep na verwijzing
5.Beoordeling van het geschil
met welke verminderingen de inspecteur bij het Hof heeft ingestemd (cursivering Hof
).In het proces-verbaal opgemaakt van de zitting bij Hof Den Haag is vermeld: ‘Ik kan mij erin vinden dat de beslissingen van de Rechtbank over de vermindering van de boetes en de veroordeling in de proceskosten en het griffierecht in stand blijven en in feite het incidentele hoger beroep komt te vervallen, maar ik wil in dat geval wel graag dat het hof in zijn uitspraak een signaal afgeeft aan de Rechtbank dat zij ten onrechte heeft geoordeeld dat de bezwaren tegen de boetebeschikkingen ontvankelijk zijn’.
omvangvan de omzetbelasting die als gevolg van de opzet van de belastingplichtige niet op aangifte is voldaan (de boetegrondslag), is geen bestanddeel van het ‘delict’ als omschreven in artikel 67f, lid 1, AWR; de boetegrondslag is opgenomen in het tweede lid van artikel 67f AWR. Het komt er in dit verband op aan of de inspecteur feiten en omstandigheden heeft doen blijken waaruit volgt dat verschuldigde omzetbelasting opzettelijk of grof schuldig niet op aangifte is betaald.
€ 150.000 meer heeft uitgegeven dan hij aan inkomsten heeft genoten. Enige verklaring voor het bevonden negatieve netto privé is door belanghebbende niet gegeven. Het Hof zal er dan ook met de inspecteur vanuit gaan, nu voor enig ander scenario in het dossier geen aanwijzingen zijn gevonden, dat het daarbij gaat om inkomsten uit onderneming. Het gaat daarbij om eenernstige schending van de verplichting om de over deze extra inkomsten uit onderneming verschuldigde omzetbelasting op aangifte te voldoen en daarmee om een ernstig vergrijp nu belanghebbende in het geheel geen omzet heeft aangegeven (en de daarover verschuldigde omzetbelasting niet heeft voldaan) terwijl de inspecteur heeft doen blijken dat belanghebbende een substantieel bedrag aan meeromzet heeft genoten.
6.Kosten
7. Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.