Uitspraak
mr. J.W. de Groot,
mr. D. van der Linden,
mr. R.H.E. Beckeren
mr. B.W. Kik, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D.C. Roessinghen
mr. E.R. Meerdink, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. T.R.B. de Greveen
mr. B.M. Katan, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D.C. Roessinghen
mr. E.R. Meerdink, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. K. van der Graaf,
mr. P.A. Josephus Jittaen
mr. S.A. Amrani, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. J.A. van de Hel,
mr. B.C. Elionen
mr. J. Wind, kantoorhoudende te Amsterdam.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
Shareholders Agreement relating to the Adria Topco B.V. Group of Companies(hierna: de SHA). Bij de SHA zijn verder partij: Summer Parent, Summer BidCo en Adria Topco. Adria Topco is de Target in de zin van de SHA. Adria Midco en United Group zijn geen partij bij de SHA. Op de SHA is Engels recht van toepassing. Geschillen die voortvloeien uit de SHA dienen te worden voorgelegd aan de Engelse rechter.
reserved mattersdient goed te keuren.
Reserved matterszijn volgens een bijlage bij de SHA onder meer (i) het vaststellen van het businessplan van de groep, (ii) operationele uitgaven boven € 5 miljoen die niet in een businessplan zijn voorzien, (iii) het aangaan van financieringstransacties met een waarde van meer dan € 5 miljoen en (iv) het uitkeren van dividend. De SHA bevat verder onder meer bepalingen over informatievoorziening aan de aandeelhouders van Summer Parent en over de invloed van de aandeelhouders op de samenstelling van het bestuur van Summer Parent.
corporate service provider. Tot 21 juli 2025 waren ook J. Zivko en Y.R. Girgenson bestuurders van United Group. Zij waren benoemd op voordracht van Gerrard c.s. In juli 2025 hebben zij hun ontslag ingediend en is [bestuurder B/CEO] als bestuurder benoemd.
to own, administer, develop and manage its portfolio”, “
carry out its business through branches in Luxembourg or abroad”, en voor “
enterprises in which the Company has an interest or which forms part of the Group, take any controlling and supervisory measures and carry out any operation which it may deem useful in the accomplishment and development of its purposes”.
long-term incentive scheme(LTIS) gesloten, die wordt beheerst door het recht van Engeland en Wales. In artikel 2.4 van de LTIS is bepaald dat Summer Parent onder omstandigheden een bonus moet betalen aan Gerrard MIP Limited, oplopend tot € 250 miljoen (hierna in navolging van partijen
Special Bonusgenoemd). Gerrard MIP Limited heeft in april 2025 aanspraak gemaakt op betaling van een Special Bonus tot een bedrag van € 200 miljoen en is daarvoor een procedure voor de Engelse rechter tegen Summer Parent begonnen. Op 19 september 2025 heeft Summer Parent het geëiste bedrag van € 200 miljoen aan Gerrard MIP Limited betaald.
reserved matterin de zin van de SHA op de agenda de goedkeuring van een kapitaalvermindering en dividenduitkering door de Nederlandse houdstermaatschappijen van de groep. Ter tafel lag een memo van de CFO van de groep van 9 augustus 2025 met daarin een “
liquidity test” voor de beoogde uitkeringen van (volgens het memo) € 1,1 miljard. Het bestuur van Summer Parent heeft voor die uitkering goedkeuring verleend. United Group heeft vervolgens een bedrag van € 954.750.000 aan dividend uitgekeerd. Daarvan is uiteindelijk op 22 augustus 2025 € 750.000.000 bij de aandeelhouders in Summer Parent terechtgekomen, hetzij als dividend hetzij op andere titel. Het resterende bedrag heeft Summer Parent aangewend voor het voldoen aan haar verplichtingen, waaronder de betaling van de genoemde Special Bonus van € 200 miljoen.
3.De gronden van de beslissing
governance-rechten ter zake van United Group. Het stond en staat alle partijen voor ogen dat een dividenduitkering door United Group volledig toekomt aan de aandeelhouders van Summer Parent.
reserved matterswaarvoor het bestuur van Summer Parent eigen besluiten moet nemen.
Scheipar; HR 4 februari 2005, ECLI:NL:HR:2005:AR8899,
Landis; HR 25 juni 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0710,
e-Traction; HR 10 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM6077,
Butôt; HR 8 april 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP4943,
TESN; HR 29 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY7833,
Chinese Workers).
Slotervaartziekenhuis).
substanceheeft, opdat Summer MidCo geen bronbelasting in Nederland hoeft af te dragen over dividenduitkeringen. Gerrard c.s. heeft bij pleidooi aangevoerd dat niet zou zijn gebleken dat Summer Parent voldoende fiscale
substanceheeft om van de beoogde fiscale voordelen te kunnen profiteren, maar zij heeft zelf onvoldoende concrete feiten of omstandigheden aangevoerd die de Ondernemingskamer reden geven daaraan te twijfelen. Onvoldoende in dit verband is in elk geval dat voorafgaand aan de recente dividenduitkering aan Summer Parent (zie 2.17) een verzekering is afgesloten voor het risico dat toch bronbelasting verschuldigd is over de dividenduitkering, al was het maar omdat een verzekeraar niet snel bereid zal zijn dat risico op zich te nemen indien al tevoren duidelijk is dat Summer Parent niet aan de fiscale
substance-vereisten voldoet.