In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam is behandeld, gaat het om een hoger beroep van Dexia Nederland B.V. tegen twee geïntimeerden die effectenleaseovereenkomsten met Dexia hebben gesloten via de tussenpersoon Spaar Select. Dexia stelt dat zij aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat de geïntimeerden geen recht hebben op schadevergoeding. De kern van de zaak draait om de vraag of Spaar Select als tussenpersoon vergunningplichtig advies heeft gegeven aan de geïntimeerden en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Het hof oordeelt dat Spaar Select inderdaad vergunningplichtig advies heeft gegeven en dat Dexia dit wist of behoorde te weten. Hierdoor blijft de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis van de kantonrechter, waarin Dexia is veroordeeld tot schadevergoeding aan de geïntimeerden. De proceskosten worden ook aan Dexia opgelegd. De uitspraak is gedaan op 16 december 2025.