Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
gronden:
beslissing:
18 december 2018in het openbaar uitgesproken.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 december 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het hoger beroep van de heffingsambtenaar, die niet tijdig een hogerberoepschrift heeft ingediend. De uitspraak van de Rechtbank Gelderland, waartegen het hoger beroep was ingesteld, dateert van 28 juli 2017. De heffingsambtenaar had het hogerberoepschrift gedateerd op 11 september 2017, maar dit werd pas op 13 september 2017 bij het Hof ontvangen. De rechtbank had eerder beslist dat de termijn voor het indienen van het hoger beroep op 11 september 2017 eindigde, wat betekent dat het hogerberoepschrift te laat was ingediend.
Tijdens de zitting op 11 december 2018 werd besproken dat de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk zou zijn in zijn hoger beroep. Het Hof oordeelde dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk had gemaakt dat het hogerberoepschrift tijdig was aangeboden aan de postverwerking. De heffingsambtenaar had geen sluitende verklaring kunnen geven voor de vertraging in de postverwerking, en het Hof concludeerde dat de heffingsambtenaar in verzuim was. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, evenals het incidentele hoger beroep van de belanghebbende, de Woningbouwvereniging [X].
Het Hof heeft de proceskosten van de belanghebbende vastgesteld op € 501, maar er was geen grond voor een veroordeling in die kosten, aangezien het incidentele hoger beroep niet-ontvankelijk was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de andere rechters, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.