5.11De toelichting zegt over het karakter en het systeem van de Regeling het volgende (tarieven 2014):
“Algemeen
(…)
In de praktijk baseren kantonrechters zich bij de vaststelling van de beloning doorgaans op de aanbevelingen van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton (LOVCK), (…). Een bezwaar van deze aanbevelingen is dat ze voor de individuele kantonrechter, die gaat over de benoeming en beloning van curatoren, bewindvoerders en mentoren, niet bindend zijn. Vertegenwoordigers die aan meer dan één kantonrechter rekening en verantwoording schuldig zijn, kunnen daardoor ondanks de aanbevelingen met verschillende normen voor de beloning worden geconfronteerd. Daarom stel ik in deze regeling eenduidige bindende regels voor de beloning vast.
Deze regeling bouwt voort op de systematiek van de aanbevelingen. Er wordt uitgegaan van een forfaitaire jaarbeloning op basis van het aantal uren waarin de werkzaamheden jaarlijks worden uitgeoefend, inclusief een onkostenvergoeding.
(…)
Naast de jaarbeloning kunnen professionele vertegenwoordigers in voorkomende gevallen tevens aanspraak maken op een forfaitaire beloning voor bepaalde incidentele werkzaamheden, zoals werkzaamheden in verband met een verhuizing.
Uitgangspunt is dat de curator, bewindvoerder en mentor adequaat worden beloond voor de uitoefening van hun taken. (…) Een adequate beloning betekent ook dat vertegenwoordigers in staat moeten worden gesteld om hun werkzaamheden in het belang van de betrokkene naar behoren uit te voeren.
De jaarbeloning geldt als gemiddelde. Het ene mentorschap of bewind zal meer tijd vergen dan het andere. Het zal ook voorkomen dat gedurende een aantal jaren veel uren aan een betrokkene worden besteed en de volgende jaren minder dan het gemiddelde aantal uren waarop de forfaitaire jaarbeloning is gebaseerd. Het voordeel van het hanteren van een forfaitaire beloning is dat de administratieve afhandeling relatief eenvoudig is. Daarmee wordt beoogd de regeldruk voor de vertegenwoordigers en de rechterlijke macht te verminderen.
Om tot forfaitaire beloningen te komen en in uitzonderlijke omstandigheden extra werkzaamheden te kunnen belonen, wordt een uurtarief gehanteerd. (…)
De forfaitaire jaarbeloning is inclusief onkostenvergoeding en exclusief BTW. (…)
In deze regeling worden voor de professionele curator, bewindvoerder en mentor naast de ‘standaardwerkzaamheden’ uren toegekend voor extra werkzaamheden in verband met ‘problematische schulden’ (…)
Met deze regeling wordt beoogd het overgrote deel van de gevallen van curatele, bewind en mentorschap te bestrijken. Niet uit te sluiten is echter dat zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen, waarop deze regeling niet onverkort kan worden toegepast. De kantonrechter wordt daarom de ruimte gelaten om vanwege uitzonderlijke omstandigheden in het specifieke geval de beloning van de vertegenwoordiger op andere wijze vast te stellen (…)
Naar aanleiding van reacties op de conceptregeling is de formulering gewijzigd van ‘bijzondere omstandigheden’ in ‘uitzonderlijke omstandigheden’, om te benadrukken dat niet te snel mag worden aangenomen dat van de regeling kan worden afgeweken. Indien zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen, kan de kantonrechter door deze ingebouwde ‘noodklep’ bijvoorbeeld een hogere beloning toekennen dan door deze regeling wordt voorgeschreven. (…) Wat onder uitzonderlijke omstandigheden wordt verstaan, kan niet in een limitatieve opsomming in deze regeling worden vastgesteld. Deze omstandigheden zijn immers toegesneden op de omstandigheden die zich in een specifiek geval kunnen voordoen en zijn naar hun aard niet alle voorzienbaar. (…) Wat in geen geval onder uitzonderlijke omstandigheden kan worden verstaan zijn de werkzaamheden die blijkens de toelichting vallen onder de verschillende voor professionele vertegenwoordigers onderscheiden categorieën werkzaamheden (zie voor een omschrijving van deze werkzaamheden de toelichting bij art. 2, tweede lid, art. 3, tweede lid, en art. 4, tweede lid). Van belang is om te benadrukken dat het dient te gaan om incidentele extra werkzaamheden.
Consultatie en advies
In aanloop naar het opstellen van deze regeling zijn gesprekken gevoerd met de expertgroep curatele, bewind en mentorschap van het LOVCK, de Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI), de Nederlandse Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders (NBPB), de Nederlandse Beroepsvereniging voor Professionele Mentoren (NBPM) en Mentorschap Netwerk Nederland (MNN).
(…)
De Raad voor de rechtspraak (hierna: ‘de Raad’) is verzocht om een advies op de regeling uit te brengen. (…) Aan het advies is gevolg gegeven.
(…)
Met deze aanpassingen verwacht ik dat de regeling voor de rechterlijke macht uitvoerbaar is.
2. Artikelsgewijs
(…)
Artikel 3
Lid 1
Het eerste lid regelt dat de kantonrechter die de professionele bewindvoerder benoemt diens beloning vaststelt overeenkomstig het tweede tot en met vijfde lid.
Lid 2
Het bewind betreft vermogensrechtelijke belangenwaarneming (art. 431, eerste lid, Boek 1 BW). De bewindvoerder beheert de onder bewind staande goederen (art. 438, eerste lid, Boek 1 BW) en vertegenwoordigt de rechthebbende in en buiten rechte (art. 441, eerste lid, Boek 1 BW).
De forfaitaire jaarbeloning van de bewindvoerder is inclusief onkostenvergoeding en exclusief BTW.
Deze regeling introduceert twee categorieën van bewind: een waarin alleen zogenoemde standaardwerkzaamheden worden verricht (onderdeel a), en één waarin naast de standaardwerkzaamheden ook werkzaamheden in verband met problematische schulden worden verricht (onderdeel b). Op deze wijze kan de kantonrechter bij aanvang van het bewind eenvoudig vaststellen onder welke categorie de werkzaamheden van de bewindvoerder vallen en op welke jaarbeloning hij aanspraak kan maken en hoeft er geen aparte beschikking over de jaarbeloning te worden genomen.
Beoogd is om het aantal verzoeken van bewindvoerders om een extra beloning bovenop de forfaitaire beloning te beperken.
Hieronder worden de twee categorieën toegelicht.
Lid 2, onderdeel a
Onder de wettelijke taak van een bewindvoerder wordt onder meer begrepen: het beheren van het vermogen, het regelen van de financiële huishouding, regelmatig contact met rechthebbende, contact met mentor, contact met instanties (gemeente, belastingdienst, UWV, CJIB), het bijwonen van zittingen van de kantonrechter, verstrekken van een maandelijks mutatieoverzicht, belastingaangifte over afgelopen kalenderjaar, het treffen van enkele afbetalingsregelingen, het opmaken en afleggen van rekening en verantwoording.
(…)
De bewindvoerder stelt daartoe een plan van aanpak op, waarin de wederzijdse afspraken worden neergelegd.
(…)
De jaarbeloning bedraagt in dit geval (17 uren * € 65 =) € 1.105.
Lid 2, onderdeel b
Een bewindvoerder kan om een hogere jaarbeloning dan voor een standaardbewind verzoeken indien de rechthebbende ‘problematische schulden’ heeft.
(…)
De jaarbeloning bedraagt in dit geval ((17 + 5) uren * € 65 =) € 1.430.
(…)
Lid 5
In beginsel wordt de bewindvoerder niet meer en niet minder toegekend dan de forfaitaire beloning als bedoeld in het tweede lid. Voor een aantal werkzaamheden heeft de bewindvoerder op grond van het vijfde lid aanspraak op een aanvullende beloning. Het betreft:
(…)
Lid 5, onderdeel b
De beloning voor werkzaamheden in verband met de verkoop of ontruiming van de woning van rechthebbende, of in geval er geen mentor is, de verhuizing van de rechthebbende, bedraagt (5 uren * € 65 =) € 325.
De werkzaamheden in het kader van een verhuizing vallen in beginsel onder de taak van de mentor. Daarom dient een beloning voor werkzaamheden in het kader van een verhuizing alleen te worden toegekend indien de rechthebbende daartoe zelf niet in staat is en er geen mentor is die de verhuizing kan regelen.
(…)
Lid 6
Op grond van het zesde lid kan de kantonrechter de beloning van de bewindvoerder op andere wijze vaststellen. De kantonrechter wijkt slechts in geval een bewind niet alle goederen betreft en in uitzonderlijke omstandigheden af van het eerste lid en vermeldt in de beschikking de reden hiervoor. (…)”