Uitspraak
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
22 juni 2023, nummer LEE 22/1162, in het geding tussen belanghebbende en
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
€ 124.000. De heffingsambtenaar beantwoordt die vragen ontkennend.
- dat van een onjuist gebruiksoppervlak voor de woning is uitgegaan,
- dat bepaalde vergelijkingsobjecten niet bruikbaar zijn,
- dat er onvoldoende rekening is gehouden met het afnemend grensnut en
- dat terecht, maar onvoldoende is gecorrigeerd voor de aanwezigheid van asbest in en de slechte isolatiestaat van het dak.
4.Beoordeling van het geschil
1 september 2025 en door de griffie van het Hof op 2 september 2025 (om 08:06) ontvangen, ingediend. Naast een reactie op de door belanghebbende ingenomen standpunten, bevat het nadere stuk enkele opmerkingen over het gebruiksoppervlak van de woning, een bouwtekening van de woning, een uittreksel van het kadaster en een akte van levering. Belanghebbende heeft ter zitting van het Hof desgevraagd aangegeven geen kennis te hebben kunnen nemen van de inhoud van dit nadere stuk. Gelet op de feitelijke informatie die het stuk bevat en de indiening daarvan slechts enkele uren voor de zitting, heeft het Hof ter zitting voorgehouden dat de indiening van het nadere stuk – voor wat betreft de bijlagen, te weten: een bouwtekening, het kadastrale uittreksel, de akte van levering – in strijd is met de goede procesorde en het derhalve als tardief aangemerkt en buitenbeschouwing gelaten. Het nadere stuk zelf is aangemerkt als pleitnota en als zodanig door de heffingsambtenaar voorgedragen.
(335 / 220) zou zijn.
6 februari 2024 – door [naam4] (taxateur) – verrichte inpandige opname is geconstateerd dat de woning over een – in de kubieke meters niet meegenomen – zolder van 99 m² beschikt. Voorts heeft de heffingsambtenaar toegelicht dat het gebruiksoppervlak van de woning is vastgesteld met inachtneming van NEN-norm 2580, zodat het gebruiksoppervlak dat zich onder een dakhoogte van minder dan 1,5 meter bevindt buitenbeschouwing is gelaten. Hiermee is naar het oordeel van het Hof het verschil tussen het gebruiksoppervlak van 220 m² en de inhoud van 335 m³ voldoende toegelicht, zodat het Hof geen aanleiding ziet om te twijfelen aan de aannemelijkheid van het gehanteerde gebruiksoppervlak. Belanghebbendes stelling dat hij niet kan controleren in welke staat de zolder verkeert en of de hoogte van de zolder het inderdaad mogelijk maakt dat er gestaan kan worden, maakt het voorgaande niet anders, aangezien belanghebbende – als eigenaar van de woning – bij uitstek over deze kennis kan beschikken en het gebrek aan deze informatie dus niet aan de heffingsambtenaar kan worden tegengeworpen.
€ 147.000 getaxeerd aan de hand van verkoopcijfers van vier woningen, te weten
[adres2] 31B, [adres3] 7, [adres4] 11 en [adres5] 15A. Verder heeft de heffingsambtenaar – ter indicatie – gewezen op de op 15 september 2023 gerealiseerde levering van de woning en het ondergelegen winkelpand. Uit de akte van levering volgt dat in totaal € 693.250 is betaald: voor de woning (€ 273.250) en het daaronder gelegen winkelpand (€ 420.000).
[adres4] 11, [adres5] 15A en [adres6] 2 buitenbeschouwing laat bij het beoordelen van de vastgestelde waarde.
- de woning: kwaliteit ‘2’, onderhoud ‘2’, voorzieningen ‘2’, ligging ‘3’,
- [adres2] 31B:kwaliteit ‘4’, onderhoud ‘4’, voorzieningen ‘4’, ligging ‘3’,
- [adres3] 7: kwaliteit ‘4’, onderhoud ‘4’, voorzieningen ‘4’, ligging ‘3’.
€ 1.018/m2 gerekend, hetgeen met zich brengt dat met ruim 27% (1.018 / 1.398 – 1) is gecorrigeerd vanwege afnemend grensnut. In de matrix is de ongecorrigeerde eenheidsprijs
(€ 1.018) van de woning voor de ondergemiddelde secundaire objectkenmerken gecorrigeerd met 30%, tot € 712/m². Uit vermenigvuldiging van de gecorrigeerde eenheidsprijs met het gebruiksoppervlak [7] van de woning volgt een woondeelwaarde van € 155.928, zodat – na rekening te hebben gehouden met een dakkapel met een (onbetwiste) waarde van € 1.000 –
afgerond € 13.000 verschil tussen de getaxeerde en vastgestelde waarde (€ 142.000) overblijft voor een correctie vanwege de aanwezigheid van asbest en missende isolatie.
afgerond € 13.000 overblijft – is aannemelijk dat de waarde niet te hoog is vastgesteld.
€ 15, aangezien het verzoek om immateriële schadevergoeding en het verstrijken van de redelijke termijn vóór 14 juni 2024 hebben plaatsgevonden. [12] Aangezien het belang in de voorliggende zaak de bagatelgrens van € 15 overtreft – alleen al met de onroerendezaakbelasting is een belang van € 29,25 gemoeid – is er geen sprake van een bijzondere omstandigheid op grond waarvan dient te worden aangenomen dat er geen spanning en frustratie aanwezig is.
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).