Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Plaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
6. Verweerder heeft aangegeven de door hem beschikte waarde primair te onderbouwen met de berekening op basis van de cashflow, de berekening op basis van de huurwaardekapitalisatiemethode dient louter ter controle. De rechtbank overweegt dat verweerder voldoende heeft onderbouwd dat het feit dat sprake is van twee verschillende kapitalisatiefactoren rechtstreeks voortvloeit uit het feit dat sprake is van twee verschillende methodes. De kapitalisatiefactor van 7,5 bij de huurwaardekapitalisatie-methode kan niet één op één worden overgenomen bij de waardering op basis van cashflow. Er worden andere berekeningen gemaakt op basis van andere gegevens. Verweerder heeft als voorbeeld gegeven dat wanneer de omzet achterblijft als gevolg van leegstand, dit al verdisconteerd is in de omzetcijfers en daar niet in de kapitalisatiefactor nogmaals rekening mee moet worden gehouden. Bij de huurwaardekapitalisatiemethode komt de leegstand wel tot uitdrukking in de kapitalisatiefactor. Het ligt dan voor de hand dat die laatste factor lager is dan de factor die wordt gebruikt bij de waardering op basis van cashflow, en dat betekent dus dat de hier gehanteerde kapitalisatiefactor niet verlaagd dient te worden. De stelling van eiseres dat ook bij die methode uitgegaan moet worden van de kapitalisatiefactor van 7,5 slaagt niet.”.