In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, gaat het om een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde]. De cliënt heeft Dexia aangeklaagd wegens onrechtmatige advisering door een tussenpersoon, Adviesbureau De Brug, die niet beschikte over de vereiste vergunning om financieel advies te geven. Het hof heeft de feiten en het procesverloop in eerste aanleg besproken, waarbij de kantonrechter had geoordeeld dat Dexia niets meer aan de cliënt verschuldigd was, nadat een schadevergoeding was betaald. In hoger beroep heeft Dexia de grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis, terwijl de cliënt heeft geconcludeerd tot bekrachtiging. Het hof heeft vastgesteld dat de tussenpersoon vergunningplichtig advies heeft gegeven en dat Dexia op de hoogte was of had moeten zijn van deze advisering. Het hof oordeelt dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en dat zij de schade van de cliënt volledig dient te vergoeden. De uitspraak van het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt Dexia in de proceskosten van het hoger beroep.