In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag is behandeld, gaat het om een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde]. De cliënt heeft een vordering ingesteld op basis van de stelling dat hij is geadviseerd door een tussenpersoon, Hoevelaken Advies B.V., die niet beschikte over de vereiste vergunning om advies te geven. Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld, waarbij het de feiten en het bestreden vonnis van de kantonrechter in acht heeft genomen. Dexia heeft in hoger beroep gevorderd dat de kantonrechter voor recht verklaart dat zij aan al haar verplichtingen heeft voldaan, maar de kantonrechter heeft deze vordering afgewezen en Dexia in de proceskosten veroordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de tussenpersoon vergunningplichtig advies heeft gegeven en dat Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Dit leidt tot de conclusie dat Dexia de schade van de cliënt volledig moet vergoeden. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt Dexia in de proceskosten van het hoger beroep, waarbij het hof de kosten heeft begroot en wettelijke rente heeft toegewezen. Het arrest is uitgesproken op 18 november 2025.