Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
de heer [B] en de heer [C] .
2.Feiten
31 januari 1994 onder het deelrekeningnummer 54- [rekeningnummer 1] -27 een saldo van ƒ 174.023,74 en onder het deelrekeningnummer 52- [rekeningnummer 1] -70 een saldo van negatief ƒ 37,94, ofwel totaal ƒ 173.985,80.
De hoogte van de correctiebedragen wordt gesteld op een zodanig bedrag dat 95% van de bedragen die zijn gecorrigeerd bij personen die wel volledig en juist hebben geantwoord daar binnen valt. Aangezien bij personen die niet of onjuist hebben geantwoord de saldo gemiddeld een factor 1,5 hoger liggen, heb ik dit bedrag met 1,5 vermenigvuldigd.”.
Op grond van deze feiten en omstandigheden ben ik van mening dat er sprake is van het bewust, of ook wel met opzet dan wel voorwaardelijk opzet, nalaten om deze tegoeden en inkomsten op te geven met het oogmerk belasting te ontduiken.
Ik merkt het feit dat u gebruik heeft gemaakt van een buitenlandse bankrekening(en) teneinde de Belastingdienst het zicht op (het ontstaan van) de tegoeden en de inkomsten daaruit te ontnemen aan als een strafverzwarende omstandigheid als bedoeld in paragraaf 42 juncto 43 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 (…). Dit heeft tot gevolg dat de boeten 100% van de verschuldigde (enkelvoudige) belasting bedragen.”
14 maart 2005 onder meer het volgende heeft verklaard:
(Hof: dit moet zijn 9) bankrekeningen in België, Spanje, Oostenrijk, Zwitserland en Luxemburg. Tevens maakt de voormalige adviseur de opmerking dat de heer [belanghebbende] de bankrekeningen ook op naam van familieleden heeft gezet. Relevante gegevens waren niet meer bekend. In 2005 heeft justitie een strafrechtelijk onderzoek ingesteld (…). Tijdens dit onderzoek is geconstateerd dat de heer [belanghebbende] over nog meer buitenlandse bankrekeningen beschikte dan werd aangegeven in het inkeerverzoek. Justitie heeft berekend dat op 28 februari 2005 het saldo op de buitenlandse bankrekeningen € 3.696.581 bedroeg. (…) Onder deze bankrekeningen bevonden zich ook een aantal bankrekeningen van de KBL (…).
Zowel met het inkeerverzoek alsmede met de gegevens die door justitie aan de belastingdienst ter beschikking werden gesteld is door de belastingdienst niets gedaan. In verband met een redelijke voortvarendheid kan de belastingdienst slechts navorderingsaanslagen opleggen over de laatste 5 jaar.
(…)
5 september 2012.
Vaststelling wederrechtelijk verkregen voordeel
EUR 4.117.827,72.
vermeerderd met:het vervolgprofijt over het wederrechtelijk verkregen voordeel vanaf de datum van inbeslagneming.
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
EUR 2.863.051,13(…)
verminderd met: (…)
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
4.Gronden
Belanghebbende wenst inzage in het dossier in de beroepsfase. Belanghebbende was in het geding voor de Rechtbank en het Hof bekend met de bewijsvoering van de Inspecteur. Belanghebbende heeft evenwel niet met betrekking tot concrete stellingen van de Inspecteur aangevoerd dat deze voortvloeien of zouden kunnen voortvloeien uit onrechtmatig verkregen bewijs. Derhalve is het Hof van oordeel dat niet valt in te zien in welk opzicht aan belanghebbende een eerlijk proces zou zijn onthouden (vgl. HR 7 juni 2002, nr. 36 801, ECLI:NL:HR:2002:AE3833, BNB 2002/284). Ook de tweede in geschil zijnde vraag dient ontkennend te worden beantwoord.
Op grond van deze feiten en omstandigheden ben ik van mening dat er sprake is van het bewust, of ook wel met opzet dan wel voorwaardelijk opzet, nalaten om deze tegoeden en inkomsten op te geven met het oogmerk belasting te ontduiken.
Ik merkt het feit dat u gebruik heeft gemaakt van een buitenlandse bankrekening(en) teneinde de Belastingdienst het zicht op (het ontstaan van) de tegoeden en de inkomsten daaruit te ontnemen aan als een strafverzwarende omstandigheid als bedoeld in paragraaf 42 juncto 43 van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998 (…). Dit heeft tot gevolg dat de boeten 100% van de verschuldigde (enkelvoudige) belasting bedragen.”
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.