In deze zaak gaat het om de belastingplicht van een in België wonende werknemer die werkzaamheden verricht in Nederland. De belanghebbende, die in dienst is bij een Belgische BVBA, heeft werkzaamheden op projectbasis in Nederland verricht en werkt daarnaast regelmatig vanuit huis. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de belanghebbende belastingplichtig is in Nederland en dat het belastingverdrag tussen Nederland en België niet in de weg staat aan de heffing over het loon dat betrekking heeft op in Nederland verrichte arbeid. Het Hof stelt vast dat de belanghebbende zijn werkzaamheden voor 20% vanuit huis heeft verricht en dat de Inspecteur terecht 80% van het genoten salaris heeft belast. De belanghebbende heeft niet kunnen aantonen dat hij meer dagen in België heeft gewerkt dan in Nederland. Het Hof behandelt ook vragen over de bevoegdheid van ambtenaren en mandatering, en concludeert dat de Inspecteur bevoegd was om de aanslag op te leggen. De uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant wordt bevestigd.