Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
2014
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep in de nummers 18/00653 tot en met 18/00655, 18/00658 tot en met 18/00661 en 18/00663 ongegrond;
- verklaart het hoger beroep gegrond in de overige nummers;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van de beslissingen over het griffierecht en de proceskosten, voor zover die uitspraak ziet op de beslissing over de navorderingsaanslag tweede tranche voor de jaren 2013 en 2014, de aanslag IB/PVV 2015, de aanslagen IB/PVV en Zvw 2016;
- verklaart het tegen die desbetreffende uitspraken op bezwaar bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;
- vernietigt die uitspraken op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslagen tweede tranche voor de jaren 2013 en 2014 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 78.478 (2013) en € 55.420 (2014);
- vermindert de aanslag IB/PVV 2015 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.184;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2016 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 43.936;
- vermindert de aanslag Zvw 2016 naar een bijdrage inkomen van € 3.983;
- vermindert de desbetreffende beschikkingen belastingrente evenredig;
- vermindert de boetebeschikkingen voor de jaren 2013 en 2014 tot € 4.986 (2013) en € 2.678 (2014);
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 126 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 1.182.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
www.hogeraad.nl).