Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
DEFINITIES
Schuld
Koop en verkoop
KoopprijsDe Koopprijs voor de Aandelen bedraagt (…) € 574.963 (…).
BetalingKoper voldoet de Koopprijs ad (…) € 574.963 (…) bij deze akte door overneming van de Schuld ad (…) € 587.463 (…). Ter uitvoering hiervan neemt Koper hierbij de Schuld over van Verkoper, die hierbij de overname van de Schuld aanvaardt.
De Vennootschap verklaart hierbij de kennisgeving van de overname van de Schuld van Verkoper en Koper te hebben ontvangen en verklaart hierbij haar toestemming aan de overname van de Schuld te verlenen.
Verkoper heeft een bedrag ad (…) € 12.500 (…), zijnde het verschil tussen de Koopprijs enerzijds en de Schuld anderzijds, voldaan aan Koper door storting op een daartoe bestemde rekening van de notaris in het hoofd van deze akte genoemd.
Kwijting
Koper verleent Verkoper hierbij kwijting voor de voldoening van gemeld bedrag ad (…) € 12.500 (…).”
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
kanworden afgelost en dat hij zich uitsluitend op het standpunt stelt dat de lening niet
zalworden afgelost. De situatie dat de lening niet zal worden afgelost is volgens de inspecteur ontstaan op een ondeelbaar moment voorafgaand aan de overname van de schuld. Ter zitting heeft de inspecteur toegelicht dat daaronder moet worden verstaan de situatie waarin niet langer de wil aanwezig is de lening af te lossen. De inspecteur heeft daarbij gewezen op de volgende feiten en omstandigheden, in hun onderlinge samenhang bezien. De lening is niet schriftelijk vastgelegd en er zijn geen afspraken gemaakt over de opeisbaarheid, het kredietplafond en de aflossing. Er hebben geen aflossingen plaatsgevonden; in plaats daarvan is de schuld in rekening-courant zelfs opgelopen. De rente is onzakelijk laag en is nooit betaald, maar altijd bijgeschreven. Volgens de inspecteur is belanghebbende, gelet op zijn inkomen, liquide vermogen en zijn leeftijd en uitgaande van een zakelijke rente van zes procent, niet in staat om de rente, laat staan enige aflossing, te betalen. De vennootschap heeft nooit invorderingsmaatregelen getroffen. Er zijn geen afspraken gemaakt over de overname van de schuld door de koper. Er is sprake van gelieerdheid tussen belanghebbende en de koper, omdat de koper de broer is van de belastingadviseur van belanghebbende, en er is onzakelijk gehandeld. Belanghebbende heeft op 30 april 2014 € 14.000 onttrokken aan de vennootschap, omdat hij dit bedrag nodig had om het bedrag van € 12.500 te kunnen betalen. Door betaling van € 12.500 is belanghebbende van de belastingclaim af. De enige zekerheid die de vennootschap had, namelijk het hypotheekrecht, is op 14 mei 2014 vervallen, waardoor er ten tijde van de levering van de aandelen in 2014 geen zekerheden waren. Ten slotte heeft belanghebbende de (tweede) woning in Nederland in 2017 verkocht en is de verkoopopbrengst niet aangewend voor de aflossing van de lening. Gelet op deze feiten en omstandigheden zijn belanghebbende en de vennootschap zich er bovendien bewust van geweest dat de lening niet zal worden afgelost. Bovendien wordt volgens de inspecteur de bewustheid in beginsel verondersteld, als een vennootschap slechts één aandeelhouder en één bestuurder heeft en als die hoedanigheden in dezelfde persoon zijn verenigd.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep van de inspecteur ongegrond;
- verklaart het incidenteel hoger beroep van belanghebbende ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- bepaalt dat van de inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 541;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 1.518.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).