ECLI:NL:HR:2000:AA5539
Hoge Raad
- Cassatie
- Korthals Altes
- Pos
- Beukenhorst
- Monné
- Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag loonbelasting en uitleg van de wekennorm
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag loonbelasting en premie volksverzekeringen die aan belanghebbende, X BV, is opgelegd over het tijdvak van 1 januari 1991 tot en met 31 december 1995. De naheffingsaanslag werd aanvankelijk vastgesteld op een bedrag van f 18.205,-- aan enkelvoudige belasting en f 254,-- aan verhoging. Na bezwaar van belanghebbende werd de aanslag door de Inspecteur verminderd, maar de belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat de aanslag verder verlaagde tot f 14.767,-- aan enkelvoudige belasting en handhaafde de verhoging van f 254,--. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.
De Staatssecretaris van Financiën heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In cassatie betoogt de Staatssecretaris dat bij de uitleg van het criterium "plegen te reizen" zoals weergegeven in de Mededeling van de Staatssecretaris van Financiën, de zogenoemde "wekennorm" moet worden berekend door het aantal weken van de referentieperiode te verminderen met het aantal vakantieweken. Het Hof heeft echter geoordeeld dat de vakantieweken binnen de referentieperiode moeten worden meegenomen bij de berekening van de wekennorm. Dit oordeel is gebaseerd op de tekst van de Mededeling, die spreekt van 75% van "het aantal weken" zonder vakantieweken uit te sluiten.
Het Hof heeft ook geoordeeld dat een interne notitie waarop de Mededeling zou zijn gestoeld, geen andere conclusie rechtvaardigt. Voor de uitleg van een als "recht" te beschouwen beleidsregel is het van belang hoe deze bij objectieve beschouwing moet worden opgevat, en interne, niet bekendgemaakte stukken kunnen niet ten nadele van belastingplichtigen worden gebruikt. Het middel van de Staatssecretaris faalt, en de Hoge Raad verwerpt het beroep.
De Hoge Raad veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op f 1.420,-- voor beroepsmatig verleende bijstand. Dit arrest is op 19 april 2000 vastgesteld door de vice-president Korthals Altes als voorzitter en de raadsheren Pos, Beukenhorst, Monné en Bavinck, en is in het openbaar uitgesproken.