ECLI:NL:HR:2001:AA9247

Hoge Raad

Datum uitspraak
3 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
35907
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • F.W.G.M. van Brunschot
  • D.G. van Vliet
  • P. Lourens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en bewijsaanbod

Op 3 januari 2001 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 december 1999. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992, waarbij een belastbaar inkomen van f 100.000,-- is vastgesteld. Na het indienen van bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard en de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan het arrest gehecht.

Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. In het cassatieberoep heeft belanghebbende aangevoerd dat het Hof het aanbod tot het leveren van bewijs zonder motivering heeft gepasseerd. De Hoge Raad heeft deze klacht beoordeeld en geconcludeerd dat de gedingstukken geen andere gevolgtrekking toelaten dan dat belanghebbende slechts het aanbod heeft gedaan tot bevestiging van reeds geleverd bewijs, dat door het Hof erkend is. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten en heeft het beroep ongegrond verklaard.

De uitspraak is gedaan door de raadsheer F.W.G.M. van Brunschot als voorzitter, samen met de raadsheren D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff. Het arrest is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

Nr. 35907
3 januari 2001
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 december 1999, nr.97/1849, betreffende na te melden aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1992 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 100.000,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het Hof, dat het beroep ongegrond heeft verklaard en de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft de zaak doen toelichten door mr. J.H. Sassen, advocaat te Arnhem.
3. Beoordeling van de klacht
De klacht houdt in dat het Hof het aanbod van belanghebbende tot het leveren van bewijs zonder motivering heeft gepasseerd.
Deze klacht kan niet tot cassatie leiden nu de gedingstukken geen andere gevolgtrekking toelaten dan dat belanghebbende slechts het aanbod heeft gedaan tot bevestiging van door belanghebbende reeds geleverd - door het Hof erkend - bewijs.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is op 3 januari 2001 vastgesteld door de raadsheer F.W.G.M. van Brunschot als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.