ECLI:NL:HR:2002:AE4197
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor zware mishandeling en poging tot doodslag met betrekking tot de bewijsvoering en redelijke termijn
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, waarbij de verdachte op 7 augustus 2000 was veroordeeld voor zware mishandeling en poging tot doodslag. De Hoge Raad behandelt het beroep dat is ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. J. Groen, advocaat te 's-Gravenhage. De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van het Hof onvoldoende met redenen is omkleed. De verdachte zou op 15 juni 1997 in Nieuwegein opzettelijk zwaar lichamelijk letsel hebben toegebracht aan het slachtoffer, maar de Hoge Raad stelt vast dat de gebezigde bewijsmiddelen niet voldoende zijn om te concluderen dat er daadwerkelijk sprake was van zwaar lichamelijk letsel. De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de bewezenverklaring en de strafoplegging, en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling. Daarnaast merkt de Hoge Raad op dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak is overschreden, wat van invloed kan zijn op de strafoplegging in de nieuwe procedure.