ECLI:NL:HR:2002:AE5205
Hoge Raad
- Cassatie
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- A.G. Pos
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van een opgeëiste persoon aan Duitsland voor strafbare feiten
In deze zaak gaat het om de uitlevering van een opgeëiste persoon aan Duitsland, die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Dordtse Poorten' te Dordrecht. De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Dordrecht, die op 28 februari 2002 de uitlevering toelaatbaar had verklaard. De opgeëiste persoon, geboren in Duitsland in 1970, had een aantal strafbare feiten gepleegd, waaronder 'gemeinschaftlicher räuberischer Erpressung in Tateinheit mit Körperverletzung' en 'Betrug'. De advocaat van de opgeëiste persoon, mr. R.J. Baumgardt, heeft middelen van cassatie voorgesteld, die aan het arrest zijn gehecht.
De Advocaat-Generaal Wortel concludeert dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zal vernietigen, maar alleen voor zover de feiten waarvoor de uitlevering niet toelaatbaar is verklaard, niet zijn vermeld. De Hoge Raad zal deze feiten omschrijven zoals vastgesteld door het Landgericht Osnabrück. De Hoge Raad oordeelt dat de uitlevering toelaatbaar is voor de feiten die in de Duitse vonnissen zijn omschreven, maar verwerpt het beroep voor het overige.
De Hoge Raad vernietigt de bestreden uitspraak omdat deze niet voldoende duidelijkheid biedt over de feiten waarvoor de uitlevering toelaatbaar is verklaard. De uitspraak van de Rechtbank wordt hersteld door de feiten expliciet te vermelden, en de Hoge Raad bevestigt de toelaatbaarheid van de uitlevering aan Duitsland voor de strafbare feiten die in het vonnis van het Landgericht Osnabrück zijn genoemd. De uiteindelijke beslissing van de Hoge Raad is dat het beroep voor het overige wordt verworpen.