ECLI:NL:HR:2005:AU2341
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Waardering van een serviceflat in het kader van de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak gaat het om de waardering van een serviceflat aan de a-straat te Z, die deel uitmaakt van een servicecomplex. De waarde van de onroerende zaak was oorspronkelijk vastgesteld op ƒ 241.000 (€ 109.361) door de gemeente Leiden. Na bezwaar van de belanghebbenden, heeft de heffingsambtenaar de waarde verlaagd naar € 83.664. De belanghebbenden hebben hiertegen beroep aangetekend bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de heffingsambtenaar heeft vernietigd en de waarde verder heeft verlaagd tot ƒ 82.000 (€ 37.209). Deze uitspraak is aan het arrest van de Hoge Raad gehecht.
De Hoge Raad heeft in cassatie vastgesteld dat de waardering van de serviceflat niet correct was uitgevoerd. De primaire klacht van de gemeente Leiden was dat bij de bepaling van de WOZ-waarde de waardedrukkende invloed van de verplichting tot het betalen van servicekosten niet was meegenomen. De Hoge Raad oordeelt dat deze verplichtingen wel degelijk een waardedrukkende invloed hebben op de verkoopprijzen van de serviceflats en dat het Hof dit niet voldoende heeft onderbouwd. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad benadrukt dat de gerealiseerde verkoopprijzen van de serviceflats in het complex een goed beeld geven van de markt, maar dat de invloed van de servicekosten op deze prijzen niet kan worden genegeerd. De uitspraak van het Hof kan om deze reden niet in stand blijven, en de subsidiaire klacht behoeft geen verdere behandeling. De Hoge Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, en het verwijzingshof zal beoordelen of er een vergoeding voor de kosten van het geding voor het Hof moet worden toegekend.