ECLI:NL:HR:2010:BL0011

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/01308
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tekortkoming in nakoming van verbintenis uit projectontwikkelingsovereenkomst

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 5 maart 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen FAIR PLAY CENTERS B.V. (FPC) en GEVEKE BOUW B.V. De zaak betreft een geschil over een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis uit een projectontwikkelingsovereenkomst. FPC, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.A.A. Duk, heeft cassatie ingesteld tegen eerdere arresten van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die op hun beurt de vonnissen van de rechtbank Maastricht hebben bekrachtigd. De Hoge Raad verwijst naar de relevante stukken uit de feitelijke instanties, waaronder het vonnis van de rechtbank van 21 januari 2004 en de arresten van het hof van 6 februari en 4 december 2007.

De Hoge Raad heeft de klachten van FPC in het cassatiemiddel beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot cassatie. De klachten zijn niet van zodanige aard dat zij een nadere motivering vereisen, aangezien zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekte tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen.

In de beslissing heeft de Hoge Raad FPC veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Geveke zijn begroot op € 6.052,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer E.J. Numann, en de zaak is behandeld door een vijfkoppige kamer onder leiding van vice-president D.H. Beukenhorst.

Uitspraak

5 maart 2010
Eerste Kamer
08/01308
EE/IS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
FAIR PLAY CENTERS B.V.,
gevestigd te Kerkrade,
EISERES tot cassatie,
advocaat: aanvankelijk mr. M.J. Schenck,
thans mr. R.A.A. Duk,
t e g e n
GEVEKE BOUW B.V.,
gevestigd te Groningen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J.A.M.A. Sluysmans.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als FPC en Geveke.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
1. het vonnis in de zaak 80590 HA ZA 03-47 van de rechtbank Maastricht van 21 januari 2004,
2. de arresten in de zaak C0401599 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 februari 2007 en 4 december 2007.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de arresten van het hof heeft FPC beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Geveke heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor FPC, namens haar advocaat, toegelicht door mr. M.J. Schenck, advocaat te Amsterdam. Voor Geveke is de zaak mede toegelicht door mr. W.I. Koelewijn, advocaat bij de Hoge Raad.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van FPC heeft bij brief van 28 januari 2010 op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt FPC in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Geveke begroot op € 6.052,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 5 maart 2010.