ECLI:NL:HR:2010:BN7090
Hoge Raad
- Cassatie
- A.J.A. van Dorst
- J.W. Ilsink
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Cassatie over ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem, zitting houdende te Leeuwarden, van 28 januari 2009, met nummer 24/002957-07. De zaak betreft een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene, geboren in 1969, die ten tijde van de betekening van de aanzegging gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting 'Limburg-Zuid, locatie De Geerhorst' te Sittard. Het beroep is ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. L.P.H. Hameleers, advocaat te Roermond, die bij schriftuur een middel van cassatie heeft voorgesteld. Deze schriftuur is aan het arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad der Nederlanden heeft op 2 november 2010 uitspraak gedaan. In de beoordeling van het middel is vastgesteld dat het middel niet tot cassatie kan leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 RO, geen nadere motivering, aangezien het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft daarom het beroep verworpen. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz.