ECLI:NL:HR:2010:BN9461
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- W.A.M. van Schendel
- C.A. Streefkerk
- C.E. Drion
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid en ontbinding van vennootschappen in cassatie
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om de ontvankelijkheid van de eisers in cassatie, ANTILLIAN FAMILY FOODS N.V. (AFF) en [Eiser 2], tegen de verweerders S.F.T. BANK N.V. en CITCO BANKING CORPORATION N.V. De Hoge Raad behandelt de vraag of AFF, die op 12 oktober 2004 is ontbonden, nog ontvankelijk kan zijn in haar cassatieberoep. De Hoge Raad oordeelt dat de vereffening van AFF niet heeft geleid tot het oordeel dat zij niet meer bestaat, zolang er geen onherroepelijke beslissing is genomen op de vordering die door AFF is ingediend. De Hoge Raad verwijst naar artikel 31 lid 7 BWNA, dat stelt dat de vereffening eindigt op het moment dat er geen aan de vereffenaar bekende baten meer zijn. Dit betekent dat AFF ontvankelijk is in haar beroep, ondanks de ontbinding van de vennootschap.
De zaak betreft ook de vorderingen van AFF en [Eiser 2] tegen SFT en CITCO, waarbij zij schadevergoeding eisen voor nalatig handelen en te veel betaalde rente. De Hoge Raad concludeert dat de eerdere uitspraken van de lagere rechtbanken, die de vorderingen van AFF en [Eiser 2] hebben afgewezen, juist zijn. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep en oordeelt dat de eisers in de kosten van het geding in cassatie worden veroordeeld. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 3 december 2010, waarbij de zaak is behandeld door een voltallige kamer.