ECLI:NL:HR:2012:BW6754

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/02497
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging huurovereenkomst woonruimte wegens dringend eigen gebruik en vaststelling ontruimingsdatum

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van een huurovereenkomst voor woonruimte wegens dringend eigen gebruik. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K. van der Brugge, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 december 2010 had geoordeeld over de beëindiging van de huurovereenkomst. De verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. de Knijff, had geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de klachten van de eiseres niet gegrond verklaard. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was dat het beroep verworpen moest worden en dat de Hoge Raad een nieuwe datum moest vaststellen waarop de huurovereenkomst zou eindigen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de eiseres niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist door artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad bepaald dat de huurovereenkomst eindigt op 15 oktober 2012. De eiseres dient het gehuurde uiterlijk op deze datum ontruimd ter beschikking te stellen aan de verweerster, die gemachtigd is om de ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm. Tevens is de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

13 juli 2012
Eerste Kamer
11/02497
TT/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. R.K. van der Brugge,
t e g e n
[Verweerster],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. D.M. de Knijff.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] en [verweerster].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak CV 07-33736 van de kantonrechter te Amsterdam van 31 januari 2008, 5 augustus 2008, 27 oktober 2008 en 20 april 2009;
b. het arrest in de zaak 200.042.621/01 van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 december 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
[Verweerster] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt ertoe dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen en een nieuwe datum zal bepalen waarop de huurovereenkomst eindigt, met verdere bepalingen als door het hof gegeven.
3. Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu de datum waarop het hof het einde van de huurovereenkomst heeft bepaald is verstreken, zal de Hoge Raad een nieuwe datum bepalen.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
bepaalt dat de huurovereenkomst eindigt op 15 oktober 2012 en dat [eiseres] uiterlijk op die datum het gehuurde ontruimd dient te hebben en ter beschikking van [verweerster] dient te stellen, met machtiging van [verweerster] de ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster] begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en M.A. Loth, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 13 juli 2012.