ECLI:NL:HR:2012:BW6754
Hoge Raad
- Cassatie
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- C.A. Streefkerk
- M.A. Loth
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst woonruimte wegens dringend eigen gebruik en vaststelling ontruimingsdatum
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van een huurovereenkomst voor woonruimte wegens dringend eigen gebruik. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.K. van der Brugge, had beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 december 2010 had geoordeeld over de beëindiging van de huurovereenkomst. De verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.M. de Knijff, had geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak de klachten van de eiseres niet gegrond verklaard. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink was dat het beroep verworpen moest worden en dat de Hoge Raad een nieuwe datum moest vaststellen waarop de huurovereenkomst zou eindigen. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten van de eiseres niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling, zoals vereist door artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad bepaald dat de huurovereenkomst eindigt op 15 oktober 2012. De eiseres dient het gehuurde uiterlijk op deze datum ontruimd ter beschikking te stellen aan de verweerster, die gemachtigd is om de ontruiming zelf te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm. Tevens is de eiseres veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 781,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.