In deze prejudiciële beslissing van de Hoge Raad, gedateerd 29 januari 2016, wordt ingegaan op de aansprakelijkheid voor letsel veroorzaakt door een dier, specifiek in de context van medebezit en bedrijfsmatig gebruik. De zaak betreft [eiseres], die letsel opliep tijdens het geven van paardrijlessen op haar manege, waarbij een lespaard haar omver liep. De Hoge Raad kreeg de vraag voorgelegd of artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek, dat risicoaansprakelijkheid voor dieren regelt, ook van toepassing is op medebezitters van een dier. De rechtbank Noord-Holland had eerder prejudiciële vragen gesteld over de reikwijdte van deze aansprakelijkheid en de mogelijkheid van aansprakelijkheid jegens bedrijfsmatige gebruikers van een dier.
De Hoge Raad concludeert dat artikel 6:179 BW geen risicoaansprakelijkheid vestigt jegens medebezitters van een dier. Dit besluit is gebaseerd op de overweging dat medebezitters zich bewust zijn van de risico's die het houden van een dier met zich meebrengt en dat zij ook een zekere verantwoordelijkheid dragen voor de gevaren die het dier kan opleveren. De Hoge Raad verwijst naar de zogenaamde 'hangmatjurisprudentie', waarin is geoordeeld dat medebezitters van gebrekkige opstallen ook aansprakelijk kunnen zijn voor schade die andere medebezitters lijden, maar deze redenering is niet van toepassing op dieren.
Daarnaast wordt in de beslissing ook de vraag behandeld of artikel 6:181 BW, dat aansprakelijkheid voor bedrijfsmatig gebruik van een dier regelt, ook aansprakelijkheid vestigt jegens andere bedrijfsmatige gebruikers. De Hoge Raad oordeelt dat dit niet het geval is, en dat de argumenten die gelden voor medebezitters ook van toepassing zijn op bedrijfsmatige gebruikers. De beslissing benadrukt dat de wetgever de aansprakelijkheid voor dieren niet heeft willen uitbreiden naar medebezitters of bedrijfsmatige gebruikers, en dat het voor benadeelden duidelijk moet zijn wie aansprakelijk is.
De Hoge Raad beantwoordt de prejudiciële vragen bevestigend, met de conclusie dat zowel artikel 6:179 als artikel 6:181 BW geen aansprakelijkheid vestigen jegens medebezitters of bedrijfsmatige gebruikers van een dier. Deze beslissing heeft belangrijke implicaties voor de aansprakelijkheid in gevallen van letsel veroorzaakt door dieren, vooral in situaties waarin meerdere partijen betrokken zijn bij het gebruik van het dier.