Uitspraak
1.Geding in cassatie
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. Hij heeft ook voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
Het beroepschrift in cassatie en het geschrift waarbij voorwaardelijk incidenteel beroep in cassatie is ingesteld, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Staatssecretaris heeft in het principale beroep een conclusie van dupliek ingediend en in het incidentele beroep een conclusie van repliek.
Belanghebbende heeft in het incidentele beroep een conclusie van dupliek ingediend.
2.Uitgangspunten in cassatie
3.Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel
Opmerking verdient dat zelfs ingeval de desbetreffende fbi uitsluitend Nederlandse dividenden zou ontvangen en haar voor uitdeling beschikbare winst uitsluitend uit al deze dividenden zou bestaan, het bedrag van de afdrachtvermindering vanwege de in aanmerking te nemen kosten en lasten altijd lager zal zijn dan de ten laste van haar geheven, ‘verrekenbare’ dividendbelasting.
Voor het overige geldt dat de afdrachtvermindering geen onderscheid maakt tussen een buitenlandse beleggingsinstelling (hierna: bbi) en een fbi wat betreft door hen ontvangen Nederlandse of buitenlandse dividenden. De Nederlandse fiscale behandeling van dergelijke ontvangen dividenden is voor een bbi gelijk aan die voor een fbi. Dat Nederland aan een bbi niet een afdrachtvermindering verleent, wordt veroorzaakt door de omstandigheid dat de uitdeling door een bbi niet aan Nederlandse dividendbelasting is onderworpen. Ter zake daarvan vindt dus geen afdracht van Nederlandse dividendbelasting plaats, en bijgevolg evenmin een vermindering daarvan.