ECLI:NL:PHR:2010:BL2823
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Vegter
- Rechtspraak.nl
Overzichtsbeschikking inzake beklag tegen beslagzaken met betrekking tot teruggave van in beslag genomen goederen
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure tegen de inbeslagname van goederen, waaronder een identiteitsbewijs, een Turks paspoort en een geldbedrag van € 2.500,-. De klager, die als rechthebbende wordt aangemerkt, verzoekt om teruggave van deze goederen. De Rechtbank te Haarlem verklaarde zich onbevoegd en zond het klaagschrift door naar het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 november 2007 het klaagschrift gedeeltelijk gegrond verklaarde. Het Hof oordeelde dat de klager recht had op teruggave van het identiteitsbewijs, het paspoort en de pasfoto's, maar wees het verzoek om teruggave van het geldbedrag af, omdat het belang van de strafvordering zich daartegen verzet.
De advocaat-generaal concludeerde tot teruggave van de identiteitsdocumenten, maar wees het verzoek om teruggave van het geld af. De Hoge Raad heeft in cassatie de vraag behandeld of het Hof terecht het belang van de strafvordering zwaarder liet wegen dan het recht van de klager op teruggave van het geldbedrag. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het belang van de strafvordering zich tegen teruggave van het geld verzet. De conclusie van de advocaat-generaal wordt gevolgd, en de Hoge Raad vernietigt de beschikking van het Hof en verwijst de zaak terug voor een nieuwe behandeling.
De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van de mogelijkheden tot teruggave van in beslag genomen goederen in het kader van strafzaken verduidelijkt. De Hoge Raad benadrukt dat de motivering van de beslissing van het Hof niet voldeed aan de eisen van een behoorlijke procesorde, wat leidt tot de vernietiging van de beschikking.