ECLI:NL:PHR:2012:BU5838
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Knigge
- Rechtspraak.nl
Teruggave van inbeslaggenomen geldbedragen en wettelijke rente in beklagprocedure
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure waarin klaagster verzoekt om teruggave van inbeslaggenomen geldbedragen, vermeerderd met de wettelijke rente. De Rechtbank had eerder beslist dat de klagers geen belang meer hadden bij hun klaagschrift, omdat in de strafzaak tegen een van de klagers was beslist tot teruggave van de inbeslaggenomen bedragen. De Hoge Raad bevestigt deze beslissing en oordeelt dat de klagers niet ontvankelijk zijn in hun verzoek. De klacht dat de Rechtbank niet heeft beslist over de gevorderde wettelijke rente wordt verworpen, omdat artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet voorziet in de mogelijkheid om wettelijke rente te vorderen over inbeslaggenomen gelden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie waarin is vastgesteld dat het recht van belanghebbenden om zich te beklagen over het uitblijven van een last tot teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen ook het recht omvat op de natuurlijke vruchten van deze voorwerpen, zoals rente die tijdens het beslag is gekweekt. De conclusie van de Advocaat-Generaal is dat de Hoge Raad klaagster niet-ontvankelijk zal verklaren in het cassatieberoep, omdat de Rechtbank reeds een beslissing heeft genomen over de teruggave van de inbeslaggenomen gelden. De zaak illustreert de beperkingen van artikel 552a Sv en de voorwaarden waaronder rentevergoeding kan worden gevorderd.