Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 september 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 9 maart 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 27 mei 2022 gehouden mondelinge behandeling, met de daarin vermelde stukken.
2.De feiten
loan tovalue van 85%) en bestond uit een deel van € 6 miljoen dat moest worden aangewend voor kort gezegd de aanschaf van het project en daarnaast een depot van € 3,5 miljoen. Van het depot was € 3 miljoen bestemd voor de bouw (de totale stichtingskosten werden begroot op ruim € 4,7 miljoen, met een eigen inbreng van de hiervoor bedoelde € 1,7 miljoen) en € 500.000,00 voor de rente van de financiering. Voorwaarde was verder dat er een renteswap zou worden afgesloten:
step upvan € 3,5 miljoen op 1 juli 2008. Van deze afgesloten renteswap heeft de Bank op 27 december 2007 een transactiebevestiging toegestuurd aan [eiseres 3] .
3.Het geschil
4.De beoordeling
eisers ontvankelijk?
Het project zelf kwam door een aantal factoren in de problemen waardoor er een rente achterstand ontstond. De bouw liep aanzienlijke vertraging op en viel qua kosten veel hoger uit. De koper die het project in eerste instantie in ruw bouw wilde afnemen (…) haakte af toen de tijdslijn niet gehaald werd. Uiteindelijk is er een nieuwe overeenkomst met deze koper opgesteld waarbij [eiseres 3] in afwijking van de eerdere overeenkomst toch het project diende af te bouwen. Hiertoe werd een aanvullende financiering bij FGH Bank aangevraagd. FGH wilde hiervoor een andere rente en een aanzienlijke extra Exit-fee die kon oplopen tot EUR 500.000. Op dat moment werden de tijdslijnen duidelijker en hebben wij ook op basis van verwachte verkoopdata een aflossingsnota opgevraagd. Hierop stond ook de negatieve afkoopwaarde van het derivaat. Het werd ons toen duidelijk dat het wel mogelijk werd om vanuit de verkoop de bank te voldoen maar er weinig overbleef van het geïnvesteerde eigen vermogen. Op dat moment hebben wij door een tweetal specialisten nogmaals naar de renteswap laten kijken die de berekening van de bank niet konden volgen. Dit gaven wij aan bij de bank. De bank reageerde daar toen per mail op eerst de verkoop en aflossing te willen afronden en daarna zouden we naar de swap kunnen “kijken”. (…)’
7.998,00(2,0 punten × tarief € 3.999,00)