ECLI:NL:RBDHA:2018:14335
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een besluit inzake nareisaanvraag van Eritrese vreemdeling
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 27 november 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een nareisaanvraag van een Eritrese vreemdeling. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.E. de Poorte, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 13 september 2017 was genomen. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak op 18 december 2017 gehouden, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk. Na een heropening van het onderzoek op 21 december 2017, heeft de rechtbank aanvullende documenten ontvangen van eiseres, waaronder een UNHCR-verklaring en andere bewijsstukken die haar identiteit en de gestelde familierelatie met de referent moesten onderbouwen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris in zijn bestreden besluit de aanvraag van eiseres had afgewezen op basis van het ontbreken van officiële documenten ter onderbouwing van haar identiteit. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de onofficiële documenten die eiseres had overgelegd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris een motiveringsgebrek heeft gemaakt door niet te onderzoeken of de onofficiële documenten aanleiding gaven voor aanvullend onderzoek naar de identiteit van eiseres.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen, waarbij de onofficiële documenten van eiseres in de beoordeling moeten worden betrokken. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.002 en is het betaalde griffierecht van € 168 aan eiseres vergoed.