ECLI:NL:RBDHA:2023:15051
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Syrische nationaliteit houder, tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag met het bestreden besluit van 17 juli 2023 niet in behandeling genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 5 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Dit houdt in dat eiser ongelijk krijgt en dat het besluit van verweerder om de aanvraag niet in behandeling te nemen, in stand blijft. De rechtbank stelt vast dat op basis van de Dublinverordening een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om terugname aan Roemenië gedaan, dat op 27 april 2023 is aanvaard.
De rechtbank oordeelt dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij als Dublinclaimant in Roemenië een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank wijst erop dat de enkele verwijzing naar rapporten over pushbacks niet voldoende is om te concluderen dat eiser een reëel risico loopt. De rechtbank concludeert dat eiser niet met concrete aanknopingspunten heeft aangetoond dat hij in Roemenië niet de bescherming zal krijgen die hem toekomt.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.