Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 oktober 2023 in de zaken tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
Inleiding
Inhoud van de beroepen
Procedurele aspecten
“gezien de tijd die is verstreken en de duidelijkheid etc. dat nu bekend is”.Hij heeft de rechtbank verzocht te bevestigen dat de zaken alsnog gescheiden worden behandeld. Eiser heeft verder zes ongedateerde brieven aan de rechtbank gestuurd en in die brieven enkele reacties gegeven, zonder daarbij de nummers van de gestelde vragen te vermelden, en evenmin de gestelde vragen te beantwoorden. Bij enkele van die afzonderlijke brieven heeft eiser een aantal stukken gevoegd. De gevraagde bewijsstukken heeft eiser niet overgelegd.
- eiser richt (een) onderneming(en) op en wenst daarvoor een starterskrediet en vervoersvoorzieningen, alsmede vervoersvoorzieningen voor privékilometers;
- eiser stelt een studie te gaan volgen en wenst daarvoor vervoersvoorzieningen in de vorm van taxi- of autovervoer dan wel privékilometers;
- eiser stelt te studeren en wenst daarvoor thuis een aangepaste bureaustoel, een bureau, een bed en een laptop met voorzieningen voor zien en horen, spraaksoftware, begeleiding en zien- en hoormiddelen.
Inhoudelijke beoordeling van de beroepen
meeting, opdrachten zoeken op scholen of feesten, medische behandelingen, bezoeken) die eiser vele malen ten behoeve van zijn onderneming bij het Uwv heeft verzocht, bestaat voorts geen enkele wettelijke grondslag, zodat de weigering daarvan alleen al op die grond terecht is. Het Uwv heeft er in dit kader verder terecht op gewezen dat, voor zover eiser de voorzieningen aanvraagt op grond van de Wet WIA, artikel 34 van de Wet WIA bepaalt dat alléén de verzekerde die recht heeft op een WGA-uitkering aanspraak heeft op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het Uwv noodzakelijk geachte voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Daarvoor komt eiser, die een IVA-uitkering ontvangt, dus in het geheel niet in aanmerking.
“Uw verzoek om herziening
Uw oorspronkelijke klacht kwam er samengevat op neer dat het Uwv volgens u ten onrechte een ordemaatregel aan u heeft opgelegd. Volgens u heeft het Uwv in een later stadium ten onrechte opnieuw een ordemaatregel opgelegd en/of de bestaande ordemaatregel verlengd. U bent van mening dat voor het opleggen van deze maatregelen onvoldoende reden bestond en dat het Uwv de beslissingen hierover onvoldoende heeft onderbouwd. Uw klacht hierover heb ik in mijn brief van 1 april 2022 niet gegrond geoordeeld. U wilt dat ik mijn oordeel hierover herzie.
Toelichting op mijn oordeel over uw verzoek om herziening
Beslissing
- verklaart de beroepen in de zaken met de zaaknummers SGR 21/5232, SGR 21/5233, SGR 21/5277 en SGR 21/5278 ongegrond;
- verklaart de beroepen met de zaaknummers SGR 20/8291, SGR 21/5231 en
- wijst de verzoeken om schadevergoeding in alle zaken af;
- veroordeelt eiser in de proceskosten van het Uwv, tot de datum van deze uitspraak vastgesteld op € 0,- (nihil).